Vrijdag 4 oktober 2013
ontwaken bij Pirgos Dirou/ Kardamill
KM 3019436°38’25.3” 22°22’58.5”
ontwaken bij Pirgos Dirou/ Kardamill
KM 3019436°38’25.3” 22°22’58.5”
Het weer lijkt duidelijk
omgeslagen. De dagtemperaturen blijven de laatste dagen steken rond de twintig
graden en de zon zien we niet zo veel meer. Dat is natuurlijk altijd een risico
als je zo laat in het seizoen naar Griekenland gaat. We doen het rustig aan
(maar dat doen we eigenlijk altijd wel…) en rond half elf verlaten we deze
camperplek. Wie de grotten van Pirgos Dirou wil bezoeken kan hier prima staan.
Het is slechts een minuut of vijf lopen naar de ingang.
Als we rond elf uur wegrijden komen ...
we al vrij snel langs een romantisch tussen
de olijfbomen gelegen kerkje wat je zomaar over het hoofd zou zien. Het is dan ook
maar nauwelijks groter dan onze camper. Als we rond elf uur wegrijden komen ...
Hoewel we beslist niet bij elke kerkje stoppen lijkt dit wel een bijzonder exemplaar. De camper fatsoenlijk parkeren is er hier niet bij, we laten hem strak langs het muurtje om de kerk staan, met de alarmlichten aan.
Een prachtexemplaar! De (gerestaureerde?) buitenkant verbergt een oud interieur, langs de wanden en het plafond bijna volledig met fresco’s beschilderd. Erg mooi. Wij vonden het in ieder geval de moeite waard om het te bezichtigen.
Na een tijdje rijden
vinden we net voorbij de plaats Lagada wederom een oud kerkje aan de
rechterkant van de weg, pal achter het plaatsnaambord van Nomitsi.
Hier moet je echt even uitstappen (parkeerplek tegenover de kerk) want deze is wel heel bijonder. Na enig ge-google ontdekken we dat de Byzantijnse kerk waarschijnlijk uit de 11e eeuw stamt.
Enige afbreuk aan het prachtige met fresco’s beschilderde interieur is dat er een (permanente?) stellage is opgesteld, vermoedelijk om verder inzakken te voorkomen.
Er wordt zo te zien nog steeds gerestaureerd, en vooral de zuilen vinden we prachtig.
Achter de kerk een slordig kerkhof met helemaal achterin nog een – zoals wij het heel bot noemen - ‘bottenhok’. Een ruimte waar de restanten van opgegraven lichamen in kistjes bewaard worden.
We rijden door naar Agios Nikolaos en vandaar nemen we een uiteindelijk doodlopende weg die eindigt in het idyllische vissersdorpje Trahila.
Hier zijn we weer blij dat we een buscamper hebben en niet een veel groter geval. Erg breed is het allemaal niet en in het dorp zelf is er nauwelijks gelegenheid en plek om te keren.
Wat een leuk dorpje dat Trahila. Ook lekker rustig trouwens; in het uur dat we door het dorpje lopen zien we nog vier Duitse toeristen, 1 Griekse dame die wat strengen gewassen wol in een boom hangt om te drogen, een Griekse dame die in haar woonkamer aan het telefoneren is en 2 toeristen op een fiets. Dat is het dan wel zo’n beetje. Ach ja, er rijden nog twee auto’s het dorp in en uit.
Ondanks dat we het dorpje voor Griekse begrippen heel opgeruimd en verzorgd vinden staan er toch diverse prachtige huizen - wel een beurt nodig - zo te zien al een tijdje verlaten bij. En dat is weer heel normaal in Griekenland.
We trekken nu al zo’n acht jaar op rij met de camper door Griekenland en daarvoor kwamen we er vaak met het vliegtuig, en we hebben het gevoel dat de leegloop steeds groter wordt.
Hier moet je echt even uitstappen (parkeerplek tegenover de kerk) want deze is wel heel bijonder. Na enig ge-google ontdekken we dat de Byzantijnse kerk waarschijnlijk uit de 11e eeuw stamt.
Enige afbreuk aan het prachtige met fresco’s beschilderde interieur is dat er een (permanente?) stellage is opgesteld, vermoedelijk om verder inzakken te voorkomen.
Er wordt zo te zien nog steeds gerestaureerd, en vooral de zuilen vinden we prachtig.
Achter de kerk een slordig kerkhof met helemaal achterin nog een – zoals wij het heel bot noemen - ‘bottenhok’. Een ruimte waar de restanten van opgegraven lichamen in kistjes bewaard worden.
We rijden door naar Agios Nikolaos en vandaar nemen we een uiteindelijk doodlopende weg die eindigt in het idyllische vissersdorpje Trahila.
Hier zijn we weer blij dat we een buscamper hebben en niet een veel groter geval. Erg breed is het allemaal niet en in het dorp zelf is er nauwelijks gelegenheid en plek om te keren.
Wat een leuk dorpje dat Trahila. Ook lekker rustig trouwens; in het uur dat we door het dorpje lopen zien we nog vier Duitse toeristen, 1 Griekse dame die wat strengen gewassen wol in een boom hangt om te drogen, een Griekse dame die in haar woonkamer aan het telefoneren is en 2 toeristen op een fiets. Dat is het dan wel zo’n beetje. Ach ja, er rijden nog twee auto’s het dorp in en uit.
Ondanks dat we het dorpje voor Griekse begrippen heel opgeruimd en verzorgd vinden staan er toch diverse prachtige huizen - wel een beurt nodig - zo te zien al een tijdje verlaten bij. En dat is weer heel normaal in Griekenland.
We trekken nu al zo’n acht jaar op rij met de camper door Griekenland en daarvoor kwamen we er vaak met het vliegtuig, en we hebben het gevoel dat de leegloop steeds groter wordt.
Ja, wat moet je hier ook.
Van origine is het een vissersdorpje, maar behalve wat grote roeiboten op het
droge en een enkel bootje in het water zien we niks wat ook maar enigszins op
visserij zou kunnen wijzen. Misschien dat er in het weekend wat leven is?
Ik merk wel bij mezelf dat ik het een heel aangename sfeer vind. Ondanks dat ik Griekenland een geweldig camperland vind heb ik maar zelden ergens het gevoel dat ik er een tijdje zou kunnen wonen. Hier in Trahila echter zie ik me nog wel een aantal wintermaanden in zo’n mooi Venetiaans huis tot diepe rust komen.
Voorlopig echter niet en na enig heen en weer gesteek van onze camper rijden we het dorp weer uit via de enige weg, richting Agios Nikolaos.
Vandaar gaan we verder naar Kardamili. In tegenstelling tot Trahila blijkt het daar wèl toeristisch. Vanwege de Viros-kloof komen er veel wandelaars op het dorp af. Door de hoofdstraat van het dorp rijdend pikken we die wandelaars er zo uit; rugzakken, wandelschoeisel, pole’s, fleeces en her en der stijve benen. Goed weer hebben ze allemaal niet gehad want de straten zijn behoorlijk nat.
Ik merk wel bij mezelf dat ik het een heel aangename sfeer vind. Ondanks dat ik Griekenland een geweldig camperland vind heb ik maar zelden ergens het gevoel dat ik er een tijdje zou kunnen wonen. Hier in Trahila echter zie ik me nog wel een aantal wintermaanden in zo’n mooi Venetiaans huis tot diepe rust komen.
Voorlopig echter niet en na enig heen en weer gesteek van onze camper rijden we het dorp weer uit via de enige weg, richting Agios Nikolaos.
van de veewagen gevallen? |
Vandaar gaan we verder naar Kardamili. In tegenstelling tot Trahila blijkt het daar wèl toeristisch. Vanwege de Viros-kloof komen er veel wandelaars op het dorp af. Door de hoofdstraat van het dorp rijdend pikken we die wandelaars er zo uit; rugzakken, wandelschoeisel, pole’s, fleeces en her en der stijve benen. Goed weer hebben ze allemaal niet gehad want de straten zijn behoorlijk nat.
Buiten het dorp aan het
strand schijnt een gedoogplek te zijn voor campers. Veel plek is er echter
niet. Twee Italiaanse campers hebben hun ding asociaal deels op het strand
deels op de weg en voor een paar appartementen geïnstalleerd. Hoewel wij van afstand al zagen dat ze ons
met een kijker al van verre bespiedden draaien ze het hoofd weg als we langszij
rijden. Daar zakt je broek toch van af?!
Bij gebrek aan een betere plaats rijden we terug richting ‘centrum’ en parkeren onze bus op een eenzaam stukje kiezelstrand tussen een paar verlaten huizen. Het lijkt een soort van droge rivierbedding, we vermoeden om in het voorjaar het overtollige water uit de Viroskloof te kunnen verwerken.
Niet de mooiste plek maar als we onze blik alleen naar voren op de ondergaande zon richten staan we prima. En teveel achterom kijken in het leven is sowieso niet goed. Prima om te weten wat er achter je is maar je moet wel vooruit. Zelfs opzij kijken doen we ook niet meer hier: er hangt een bord met een ‘no camping’ afbeelding…
Vrijdag 4 oktober 2013
overnachten in Kardamili
KM 30269
N36°53.385’ E22°13.842’
no camping |
Bij gebrek aan een betere plaats rijden we terug richting ‘centrum’ en parkeren onze bus op een eenzaam stukje kiezelstrand tussen een paar verlaten huizen. Het lijkt een soort van droge rivierbedding, we vermoeden om in het voorjaar het overtollige water uit de Viroskloof te kunnen verwerken.
Niet de mooiste plek maar als we onze blik alleen naar voren op de ondergaande zon richten staan we prima. En teveel achterom kijken in het leven is sowieso niet goed. Prima om te weten wat er achter je is maar je moet wel vooruit. Zelfs opzij kijken doen we ook niet meer hier: er hangt een bord met een ‘no camping’ afbeelding…
Vrijdag 4 oktober 2013
overnachten in Kardamili
KM 30269
N36°53.385’ E22°13.842’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten